Kleedkamer bier en kraamschudden

Het zal ook niet eens zo zijn dat het woord “kraamschudden” ontbreekt in een verslag van een wedstrijd in Maria-Parochie. Het zal wel net zo iets zijn als Youp en Buckler: even onlosmakelijk. Maar voor we ons met allerlei niet-volleybal gerelateerde zaken gaan bezighouden: er is eerst nog een wedstrijd tegen Rivo te verslaan.

Eigenlijk was het de bedoeling om Rivo te verslaan, maar om maar meteen met de deur in huis te vallen: er is alleen een wedstrijd te verslaan. Nu ja… een wedstrijd verslaan… misschien is het toch niet eens zo’n slecht idee om me te beperken tot niet-volleybal gerelateerde zaken. Dan moet er natuurlijk wel wat zinnigs te vermelden zijn. Wellicht het bier en de balletjes waarop de Rijssenaren ons vergasten na de wedstrijd, alhoewel je soms de indruk krijgt dat sommige spelers van Rivo al voor de wedstrijd aan het gerstenat gezeten hebben. Ze zien duidelijk de lol van een potje volleybal wel in en maken dit over het algemeen ook goed kenbaar in het veld. Ze zijn zich er ook terdege van bewust dat sommige tegenstanders hierdoor lichtelijk geirriteerd raken en het team uit Rijssen niet zo erg mogen.

Gelukkig hebben wij daar geen last van. We raken hooguit – althans zo bleek – lichtelijk van de wijs door dat enthousiaste geschreeuw aan de andere kant van het net, waarvan wij, maar met name onze trainer, het idee erachter niet altijd even goed kunnen vatten. Echt, het zijn beste kerels, hulde voor het meebrengen van de twee kratjes bier en hartstikke leuk die gezelligheid na de wedstrijd, maar we verloren wel een tikje nodeloos de tweede en de derde set. Wat een geknoei en gepruts.

Desalwelteplus wisten we ons in de volgende – inmiddels – vierde set te herpakken en enige overtuiging, maar met name rust, in ons eigen spel te brengen, resulterend in winst. En zo gingen we dan ook de vijfde set in. Die we op dezelfde wijze begonnen als de eerste en vierde: overtuiging en een voldoende mate van rust. De wissel was van ons, met ook nog ruime cijfers en dus leek, zeker na (als ik me niet vergis) een voorsprong van 12-7 de laatste set en dus de winst van de wedstrijd voor ons.

Not. We vervielen in een spel van onrust en onnodige fouten en alsjeblieft Rivo, hier is de winst.

Dus vrijdag dan maar de zaak rechtzetten en het VVA zo moeilijk mogelijk maken ons in te halen? Gewoon 4-0 winnen van De Krekkers en klaar is kees. Voortvarend en met overtuiging begonnen we aan de wedstrijd in de zaal waar de lente al duidelijk aangebroken was – wat temperatuur betreft althans. 25-15. Lijkt me duidelijk. Geen woorden aan vuil te maken, want het was een ‘clean’-e winst. Als we zo de tweede set ook winnen, dan zijn de Krekkers er waarschijnlijk wel klaar mee.

Waar wij dan weer geen rekening mee hielden, is dat zij misschien wel eens wat beter zouden kunnen staan verdedigen. Lastiger om te scoren en soms zelf ook de noodzaak om wat goede verdedigende acties te laten zien. En nou net dat lieten wij aanzienlijk meer na dan zij. Het spelletje dat we min of meer genoodzaakt spelen door het uitvallen van alle buitenspelers, is mogelijk de sterkste optie die we hebben, maar wel erg doorzichtig voor de tegenstander: 32 op mid en 52 op buiten. Dus altijd een tweemansblok. Voor de middens geen probleem, maar soms wordt het ook hen teveel. En voor de buitens die niet zo gewend zijn om buiten te spelen wordt het er natuurlijk ook niet makkelijk op. Dus moeizaam scoren en toch ook moeizaam verdedigen. Dat zijn niet de ingredienten voor winst.

Dat er dus na de tweede set nipt (25-23) verloren te hebben, iets moest gebeuren was duidelijk. Maar gebeurde nog niet echt. Het bleef stroef lopen, maar toch kwam er wel wat meer strijdlust in het spel. We waren toch echt niet van plan om dit zo makkelijk over onze kant te laten gaan. In de eindsprint wisten we ons vast te bijten in de wedstrijd. We scoorden meer, verdedigden meer en de aansluiting was gevonden tot het 24 -24 stond, ik de eerste bal speelde vanaf een halve meter achter het net, Robbie die bal hard tegen de netrand sloeg en de oplettende Peter de terugspringende bal onderhands het net over lepelde. Een typerende oplettendheid van ons spel in die fase van de wedstrijd. Alleen floot de scheidsrechtster. Vier keer. Huh!?!?

Je kunt natuurlijk een scheidsrechter niet de schuld geven van een halve set slecht spelen en elke scheidsrechter maakt wel eens een foutje. Soms zijn ze groter en soms zijn ze kleiner. En dat je niet terugkomt op je beslissing als er een hele club grote boze mannen onder je stoel staat de scanderen is waarschijnlijk eerder gevoed door angst dan door doortastendheid. Maar de beslissing was toch wel “een beetje dom” (koninklijk dom misschien…?), maar vooral op een heel, heel ongunstig moment in de wedstrijd. Het brak toch bij ons een bepaalde spanning; de eindspurt werd getackled. Volleybaltechnisch was het leuker geweest om de titanenstrijd nog even door te zetten, wie weet had het ons de setwinst opgeleverd.

En net als tegen de Rijssense opponenten wisten wij ook nu het tij weer te keren en de vierde set gewoon weer fatsoenlijk te ballen. Een klinkklare duidelijk winst, met een niet onbelangrijke rol voor invaller Maarten. De meesten van ons zijn wel een beetje bekend met het spel van Maarten. Na en paar keer hard ofwel rechtdoor ofwel diagonaal langs het blok gemept te hebben, lepelt hij de bal op Maartiaanse wijze over het blok. Wij vonden dat natuurlijk allemaal hartstikke mooi, maar alleen onze jonge god RobertA werd er helemaal extatisch van en wilde al enthousiast de term “Maarten-bal” invoeren. Bukrug Rick’s reactie daarentegen op de iets later vanuit een soort kamikaze actie uitgevoerde redding van Maarten, die ook rustig als “Maartiaans” betiteld kan worden omdat ie ook nog eens scoorde, was simpelweg: “uitslover”.

De set was duidelijk en het zou Krekkers ook duidelijk moeten zijn geweest dat het dus de bedoeling was dat wij ook de laatste set zo over hen heen zouden rollen. Iedereen is capabel genoeg om in de stand te kijken. Een verslag is die set niet waard. Die werd verdronken in de immer gezellige kantine, met veel bitterballen/garnituur. Wat dat betreft was ook dit postale tijdvak van de wedstrijd uitermate geslaagd. Pas lang na middernacht werd er besloten dat het maar eens tijd werd om voorlopig de competitie af te sluiten. Het is nu een weekje wachten op de prestaties van VVA, die wanneer ze 7 punten in twee wedstrijden pakken, ons van de tweede plek stoten en zich voor de P/D op kunnen maken. Doe je best of laat ons er voor vliegen! Als Time-Out – de laatste tegenstander van VVA – net zo speelt als ze tegen ons speelden, dan mogen wij in mei nog twee potjes extra spelen. We gaan het zien….

Richard