Vriend en vijand waren het erover eens: het was zaterdag een mwoi-je pôth tussen De Kater en Wevo. Het lullige was wel dat we meer punten maakten dan de Weerselose lange mannen, maar uiteindelijk met 2-3 ten onder gingen. Dankzij doldwaze ralleys en setstanden als 28-30 en 18-20 haalden we weer eens optimaal vermaak uit onze contributie.
Wevo is net als koploper en aanstaand kampioen Holyoke een ploeg die vorig jaar na een eenjarg verblijf terugkeerde uit de promotieklasse. Daar hebben ze bijgeleerd en ervaring opgedaan. De ploeg staat dan ook terecht op de tweede plaats, met via de PD alle uitzicht op een snelle terugkeer naar de promotieklasse.
Na ons volleybalgevecht met Holyoke waren we op zoek naar een nieuwe krachtenmeting, niet wetende dat het weer zo’n slijtageslag zou worden. In de eerste set wisselden de kansen continu: regelmatig had een ploeg een voorsprong van 4/5 punten, om die vervolgens heel snel weer in te leveren. In de buurt van de 20 werd het zaak de side-out te spelen en op eigen service afstand te nemen. Dat lukte niet, mede omdat we toen nog dachten alles met harde aanvallen op te lossen. Wevo speelt zelf ook dat spel, en is daar dus verdedigend veel beter op ingesteld dan dwarrel- en fladderballen. Al wel was duidelijk dat Cas vleugels had en deze dag onze troef in de aanval was. Wevo won krap aan de set met 22-25.
Die domper – we hadden steeds het idee dat de set te pakken was – schudden we snel van ons af. Het team mocht in dezelfde bezetting aantonen dat het setverlies geen teken aan de wand was. Dat lukt: we gingen steeds beter spelen, met Cas als hardhitter maar ook met fraaie midaanvallen van Robert en Wik en strak aanvalswerk van Bas en Geert. Henri gooide de balletjes prima aan, en bij Wevo ging er van alles mis. Voor we het wisten hadden we de set met 25-16 in onze zak.
Ondanks twee verschuivingen (Rick voor Henri, Roel op de diagonaal) was de derde set van hetzelfde laken een pak. Wij waren oppermachtig en bouwden een flinke voorsprong op. De laatste fase van de set krabbelde Wevo iets terug, en dat was een signaal voor het vervolg van de wedstrijd. Via 25-19 kwamen we op een 2-1 voorsprong.
De vierde set werd een duel op het scherp van de snede. Beide ploegen gingen er vol voor en hielden elkaar steeds vrijwel in evenwicht. De druk nam vanaf de 20 toe, waarbij telkens een side out werd gespeeld. Even kon Wevo het op eigen service afmaken, daarna was het de beurt aan De Kater. Uiteindelijk, zelfs na aanhoudende ralleys die geen van beide ploegen kon beslissen, viel het dubbeltje op de goede kant voor Wevo: 28-30.
De Weerseloërs namen dat plezier mee naar de vijfde set, wij begonnen er met een katterig gevoel aan. Voor we het wisten had Wevo zich naar een 9-3 voorsprong gespeeld en geschreeuwd. Dat was het signaal om ons nog een keer op te richten: verbaal (“we laten ons niet wegschreeuwen”), serverend (Bas!) en aanvallend (Cas!). In een lange reeks knokten we ons naar 9-9. Vervolgens ontspon zich weer zo’n gevecht als de vierde, met veel blokwerk, strakke verdedigingsacties en flinke klappen – aan beide kanten. Een foutservice in zo’n fase kostte ons de nodige moeite weer terug te knokken, maar het lukte. De strijd om het beslissende punt werd na een kleine 2,5 uur wedstrijd uiteindelijk in Weerselo’s voordeel beslecht: 16-18.
Dat was het signaal om collectief te beoordelen dat het een mwooi-je pôth was, zoals het zo’n 18 keer achter elkaar werd uitgesproken. Maar eerlijk is eerlijk: het was ook heerlijke wedstrijd zoals je er eigenlijk 22 in het jaar wilt spelen.