Onevenwichtig, da’s al jaren ons imago. En we doen er alles aan dat te bevestigen. Zo ook dinsdag in de bekerwedstrijd tegen Vosta, waarin we na twee ruime setzeges er alles aan deden de derde te verliezen. Een nog sterker staaltje knulligheid spreidden we twee dagen later ten toon tegen Rosstars in de Diekman-betonmolen. Horrorvolleybal, om daarna toch weer in het spel te komen en de winst te grijpen.
De bekerwedstrijd tegen Vosta was een vreemde gewaarwording: uitspelen in onze trainingshal op onze eigen trainingstijd… Heel apart. We begonnen met 7 man, aangezien Bert (dit keer wel door omstandigheden) op de gebruikelijke trainingstijd kwam binnenzakken – dus als de rest al een kwartier of zo bezig is.Ward en consorten speelden lekker vrijuit tegen ons, maar konden in de eerste twee sets niet echt een vuist maken. Wel verdedigden de Vosta-mannen uitermate knap, waardoor het lastiger scoren was dan we gewend zijn. In de derde set verslapten wij ouderwets, terwijl Vosta er nog een schepje bovenop deed. Verder dan een setpoint op 24-23 kwamen ze niet. Net op tijd bij de les maakten we drie punten op rij en plaatsten we ons voor de volgende bekerronde.
Twee dagen later wachten de lange mannen uit Rossum op ons in het Diekman. Nog steeds zonder de weer eens in de VS verblijvende Robbie, maar met Martin voor de eerste keer als supersub in het team (met geleend stinkshirt van heren 2 en een broek uitgereikt op het veld) gingen we de uitdaging aan. De eerste set was het peil niet himmelhochjauchzend, maar uiteindelijk wel zum Tode betrubt. Tot de eindstreep leken we de nipte bovenhand te hebben, maar een setpoint was niet aan ons besteed waarna de Rosstars er met de winst aan de haal gingen.
In plaatsen van ons op te vreten over dit onnodige setverlies, stortten we werkelijk helemaal in. Niets, maar dan ook niets lukte meer. Het had verdacht veel weg van de offday die Dames 1 ons voor aanvang van ons potje had voorgeschoteld. Met het schaamrood op de kaken konden we na dit horrorvolleybal van onze zijde weer van speelhelft wisselen – 9 Enschedese zombies met een slecht humeur. Een klassieke zeperd leek eraan te komen.
Maar wij zouden wij niet zijn als we de ellende toch wisten te keren. In alleraardigste sets die volgden, met name omdat de strijd gelijk opging en beide partijen er alles aan deden, wisten we weer een enigszins redelijk niveau te halen. Ondanks een de gehele wedstrijd wegblijvende servicedruk kregen we meer grip op onze tegenstanders, en langzaam maar zeker staken we ze voorbij. De derde en vierde set werden, soms zwaarbevochten, binnengesleept. Dat de dames ons vanaf de tribune aanschouwden en aanmoedigden, was daaraan niet geheel vreemd…
In de vijfde set namen we redelijk snel afstand, eerlijk is eerlijk af en toe geholpen door wat wonderlijke beslissingen van de scheids – in het eerste deel van de wedstrijd vielen die wel eens in ons nadeel uit, nu waren er een paar kort achter elkaar in ons voordeel. Het leidde af en toe tot was spanningen, mede door onnodige reactie aan onze zijde. Het was allemaal niet nodig, omdat we in deze fase net iets betere keuzes maakten en doorpakten dan onze Rossummer tegenstrevers. Zo wisten we een 2-0 achterstand toch nog om te buigen in een 3-2 zege.
Mentaal hebben we wel eens anders gepresteerd, dus dit is toch een opsteker. Het leidde tot een aardig drank- en bitterballengelag in de behoorlijk kleine uurtjes; het blijft wennen op de donderdagavond/nacht. ‘Gelukkig’ mogen we volgende week al om 19 uur beginnen, schept wat ruimte wat betreft borrel vs nachtrust.