Diesels

De laatste tijd is er nogal wat te doen over diesels – van een bepaald automerk – maar er is in elk geval een ding dat we zeker weten: diesels komen langzaam op gang. Nu kun je je afvragen of het vergelijken van dames met rokende, stinkende en rammelende dieselmotoren een kiese vergelijking is. Laten we ons beperken tot de enige waarheid van diesels die niet op losse schroeven staat: ze komen langzaam op gang.

De Mariaparochianen aan de andere zijde van het net hadden echter geen zin in een langzame start. Zij speelden dan wel niet heel spannend en vlot, maar waren van het begin af aan wel bij de les. Misschien was het beter geweest als ze de dames in het zwart (… de kleur van dieselroet…?) een paar harde ballen om de oren hadden geslagen om ze wakker te schudden. Gezapig kabbelde de wedstrijd dus door, met steeds meer punten die in het voordeel van de gastspeelster uitvielen. En bedoelen we daarmee niet de gastspeelsters aan VIPS zijde, die de leegtes opvulden die de vakantie-vierende helft van het team achtergelaten hadden.

En zo ging de eerste set dus verloren (20-25) aan het team waarvan de thuiscoach – ondergetekende – dacht dat zijn dames toch echt wel konden winnen. Dan de tweede set maar. Nu is het wel even geleden – ergens in april – dat de laatste wedstrijd gespeeld is, dus het had toch wel bekend moeten zijn dat Dames 3 graag lange wedstrijden speelt. En dus bleven ze nog even rustig doormodderen. Niet echt doordrukken met de aanval, her en der wat slordigheden, misverstanden en wat dies meer zij. Poef weg tweede set, met 19-25.

Dat kan toch niet echt de bedoeling zijn. Voorstel dus: die 5 eigen fouten er uithalen en zelf de punten scoren. Dat kwartje viel om een of andere reden. De verdediging werd allengs beter – er werd gedoken naar ballen – en de aanval scherper. Straks langs de zijlijn, of toch midden in het veld, zolang het maar verwarring zaait bij de tegenstander. Die was met een iets andere opstelling begonnen en misschien dat dat ook hielp om de eindstand om te keren: 25-20 winst!

En toen waren de dames – eindelijk – op stoom. De nanuwkeurigheid was in eens veel beter, de scherpte als een heldere winterdag en er werd eindelijk echt gevolleybald. Geen fouten, wel scoren. Druk bij de tegenstander en zo fouten van hen afdwingen. 25-14 als eindstand van deze set.

Maximale speeltijd dus. Die vijfde set is een nieuwe wedstrijd zei iemand ooit eens. En dus werd het hele riedeltje nog eens rustig over gedaan: eerste lekker mee hobbelen en pas aan het einde van de set doordrukken en de 8-11 omzetten in een 15-13 winst. Na ruim 2 uur spelen de eerste competitiewedstrijd met winst afgesloten. Een goed begin, maar wel ruimte voor verbetering…